buxushaag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buxushaag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • buxus·haag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buxushaag buxushagen
verkleinwoord buxushaagje buxushaagjes

Zelfstandig naamwoord

debuxushaagv/m

  1. afscheiding in een tuin of park bestaande uit een aaneengesloten rij gesnoeide buxusboompjes
    • Maar die 43 man personeel, dat vindt Hester zorgelijk. "Het is niet zo dat deze staf ook nog eens de 4795 ramen gaat lappen en de buxushaag naar het evenbeeld van Jay-Z knipt – om maar eens wat te noemen. Zo is er bijvoorbeeld een verpleegster die de nagels van de kinderen knipt. [1] 
    • Na de zomervakantie gaat het gehele plein op de kop. Er wordt nieuwe bestrating aangebracht, er komen beplantingsvakken met meerstammige bomen, lantaarns, een buxushaag aan de zijde van de Rozengaarde en een speelterrein met het interactieve speeltoestel ‘Memo’. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord buxushaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.