caca

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  caca    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

caca m

  1. (spreektaal) poep, kak
    «Les cacas de chien devant mon immeuble me font chier.»
    Ik baal ontzettend van de hondenpoep voor mijn flat. [1]

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ca·ca
enkelvoud meervoud
caca cacas

Zelfstandig naamwoord

caca v

  1. poep, stront
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.