cale

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  cale    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cale     la cale     cales     les cales  

Zelfstandig naamwoord

cale v

  1. (techniek): steun, stut
  2. (techniek): wig, keg
  3. (scheepvaart): scheepsruim
  4. (scheepvaart): aflopende loskade, pier
  5. (scheepvaart): droogdok, scheepshelling, scheepswerf
Synoniemen
Verwante begrippen
  • [5] cale de construction, cale de radoub, cale sèche


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
calar

cale

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
vervoeging van
calarse

cale

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
vervoeging van
caler

cale

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.