cheeseburger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cheeseburger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cheese·bur·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hamburger met een plak kaas’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
  • samenstelling van  cheese  en  burger  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord cheeseburger cheeseburgers
verkleinwoord cheeseburgertje cheeseburgertjes

Zelfstandig naamwoord

decheeseburgerm

  1. (voeding) (broodje met) een hamburger en een plak kaas
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cheeseburger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.