christenvrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  christenvrouw    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɪstə(n)ˌvrɑu/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • chris·ten·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord christenvrouw christenvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dechristenvrouwv

  1. (religie) vrouw die een christelijk geloof aanhangt
     Had zij zich wellicht bij de Mennonieten laten ommoffelen tot een Christenvrouw?[2]
     Na de berichten over het opzetten van een moordlustige generatie kindsoldaten, komt daar nu ook nog eens georganiseerde, van hogerop goedgekeurde handel in vrouwelijke seksslavinnen bij. Gevangen Yezidi- en Christenvrouwen worden op dezelfde markt als vee verhandeld. Op foto’s is te zien dat de vrouwen opeengepakt op kooien achterop pick-up trucks staan.[3]
Hyperoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord christenvrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
  3. Weblink bron
    Geschreven door:Paul Geraedts
    “Schokkend: de IS-prijslijst voor seksslavinnen” (07/08/2015), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.