coccus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coccus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • coc·cus
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Latijnse 'coccus' [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord coccus cocci
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decoccusm

  1. (biologie) bolvormige bacterie
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord coccus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
25 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.