colablik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  colablik    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkolaˌblɪɬ/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • co·la·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord colablik colablikken
verkleinwoord colablikje colablikjes

Zelfstandig naamwoord

hetcolabliko

  1. van aluminium verpakking voor cola
     Een café in Utrecht heeft een diabetespatiënt gediscrimineerd door hem de toegang te weigeren. Dat oordeelt het College voor de Rechten van de Mens. De man, die een colablikje bij zich had, had gewoon toegelaten moeten worden.[1]
     We stopten de naalden in een leeg colablikje, dat we vervolgens in elkaar deukten.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord colablik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Utrechts café had diabetes-klant met eigen colaatje moeten toelaten” (10 juli 2018), NOS
  2. Weblink bron
    Tyler Hamilton geciteerd door Daniel Coyle
    “Hamilton en zijn verhaal” (16 november 2012)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.