collusie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  collusie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • col·lu·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het latijnse collusio
enkelvoud meervoud
naamwoord collusie collusies
verkleinwoord collusietje collusietjes

Zelfstandig naamwoord

decollusiev

  1. (juridisch) heimelijke verstandhouding om strafbare feiten verborgen te houden
    • Die ambtenaren werden verdacht van collusie. 
  2. (economie), (politiek), (sport) heimelijke samenwerking in de politiek, handel, industrie en bedrijfsleven
    • De ondernemer had het moeilijk door de collusie van zijn concurrenten. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord collusie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.