commentator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  commentator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·men·ta·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord commentator commentators
commentatoren
verkleinwoord commentatortje commentatortjes

Zelfstandig naamwoord

decommentatorm [1]

  1. (beroep) iemand die actuele gebeurtenissen van commentaar voorziet in de media
    • - De commentator kon zijn oren niet geloven toen hij de ware reden te horen kreeg. 
    • - Max Verstappen lijkt nog niet te beseffen wat hij heeft losgemaakt. Als jongste grand prix-winnaar ooit en als enige Nederlander schreef hij op zondagmiddag historie op het circuit van Barcelona. Formule 1-commentator bij Ziggo Sport, Olav Mol, hield het dan ook niet droog. Met overslaande stem doet hij verslag van de laatste meters van Verstappen.[2] 
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord commentator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.