compliment

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  compliment    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkɔmpliˈmɛnt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • com·pli·ment
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘lof, begroeting’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1]
  • afgeleid van het Franse 'compliment' [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord compliment complimenten
verkleinwoord complimentje complimentjes

Zelfstandig naamwoord

hetcomplimento [3]

  1. een lovende of vleiende opmerking
    • De leerlingen gaven hun docente een groot compliment voor haar grote inzet. 
     Ik verloor geleidelijk mijn gevoel voor leeftijd. Omdat ik voornamelijk optrok met jonge mensen voelde ik me zelf ook weer jong. Zo merkte Genie een keer op dat ze het gevoel had dat ze met een opgewonden kind zat te ontbijten. ‘Je verhaal gaat alle kanten op, er is geen peil op te trekken waar je nu weer mee komt.’ Ik koos ervoor om dit als een compliment op te vatten.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
  • mantelzorgcompliment
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compliment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.