concertkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concertkaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɔnˈsɛrtkart/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • con·cert·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord concertkaart concertkaarten
verkleinwoord concertkaartje concertkaartjes

Zelfstandig naamwoord

deconcertkaartv/m

  1. toegangsbewijs voor een concert
     Je wil concertkaarten kopen voor je favoriete artiest, maar wanneer je eindelijk jouw kaartjes hebt veroverd en wil afrekenen, zijn ze opeens een stuk duurder geworden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord concertkaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marjolein van den Brand
    “Concertkaarten kopen: dat wordt binnenkort een stuk duidelijker” (4 juli 2017), Cosmopolitan
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.