concessiehouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  concessiehouder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ces·sie·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord concessiehouder concessiehouders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deconcessiehouderm

  1. iemand (de houder) die een concessie verkregen heeft
Synoniemen
Verwante begrippen
  • houtconcessionaris
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord concessiehouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.