conductrice

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  conductrice    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·duc·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Franse conducer of conduire (met het voorvoegsel con-) met het achtervoegsel -rice[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord conductrice conductrices
verkleinwoord conductricetje conductricetjes

Zelfstandig naamwoord

deconductricev

Gangbaarheid

  • Het woord conductrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

  enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
mannelijk   conducteur     le conducteur     conducteurs     les conducteurs  
vrouwelijk   conductrice     la conductrice     conductrices     les conductrices  

Zelfstandig naamwoord

conductrice v

  1. (bedrijfskunde), (beroep) bestuurster, vrouwelijke leidinggevende
  2. (transport), (beroep) vrouwelijke chauffeur, machiniste
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.