conservatory

Engels

Uitspraak
  • Geluid:
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
  • (zelfstandig naamwoord). Bekend sinds ca. 1560. Wellicht van Latijn conservator; de bet. "muziekschool" zou rechtstreeks zijn ontleend aan Frans conservatoire.[1]
  • (bijvoeglijk naamwoord) Van  conserve ww  met het achtervoegsel -atory
enkelvoud meervoud
conservatory conservatories

Zelfstandig naamwoord

conservatory

  1. (onderwijs), (muziek) conservatorium, muziekschool
  2. (tuinbouw) serre [1]
  3. (vertrek) serre [2], tuinkamer, veranda
stellend vergrotend overtreffend
conservatorymore conservatorymost conservatory

Bijvoeglijk naamwoord

conservatory

  1. met een bewarende/conserverende/verduurzamende werking, conserverend, verduurzamend

Verwijzingen

  1. conservatory, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.