conserve

Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  conserve 
he/she/it  conserves 
verleden tijd  conserved 
voltooid
deelwoord
 conserved 
onvoltooid
deelwoord
 conserving 
gebiedende wijs  conserve 
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

conserve

  1. overgankelijk bewaren, conserveren
  2. overgankelijk (van voedingsmiddelen) inmaken [1]
enkelvoud meervoud
conserve conserves

Zelfstandig naamwoord

conserve

  1. (biologie) reservaat
  2. (voeding) fruitjam
  3. (verouderd), (wonen) serre

Frans

Werkwoord

vervoeging van
conserver

conserve

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van conserver
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van conserver
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van conserver

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
conservar

conserve

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conservar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.