contactlens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contactlens (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tact·lens
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘lens ter vervanging van een bril’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- samenstelling van contact en lens [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactlens | contactlenzen |
verkleinwoord | contactlensje | contactlensjes |
Zelfstandig naamwoord
de contactlens v / m
- een zeer kleine kunststof lens die men direct op de oogbol plaatst ter vervanging van een bril
- Wil je contactlenzen of liever een bril?
Afgeleide begrippen
- contactlensspecialist, contactlenzenspecialist
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord contactlens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contactlens" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "contactlens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ contactlens op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.