convenant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  convenant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ve·nant
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overeenkomst’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1801 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord convenant convenanten
convenants
verkleinwoord convenantje convenantjes

Zelfstandig naamwoord

hetconvenanto

  1. (juridisch) een officiële afspraak, een officiële overeenkomst
    • Er werd gisteren een convenant gesloten. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • convenantcultuur
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord convenant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Werkwoord

convenant

  1. tegenwoordig deelwoord (participe présent) van convenir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.