coronaviruspandemi
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / koˈʁoːna.ˈviːʁus.pandəˈmiˀ /
Woordafbreking
- co·ro·na·vi·rus·pan·de·mi
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van coronavirus zn "coronavirus" en pandemi zn "pandemie" met het voorvoegsel pan-, voor het eerst aangetroffen in 2020
Naar frequentie | - |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | coronaviruspandemi | coronaviruspandemien | coronaviruspandemier | coronaviruspandemierne |
genitief | coronaviruspandemis | coronaviruspandemiens | coronaviruspandemiers | coronaviruspandemienes |
Zelfstandig naamwoord
coronaviruspandemi, g
- (medisch), (neologisme) coronaviruspandemie
- «Den globale coronaviruspandemi har lukket skoler, sportsarrangementer og arbejdsplader i USA.»
- De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 23 maart, maar werden uitgesteld als gevolg van de coronaviruspandemie.
- «Den globale coronaviruspandemi har lukket skoler, sportsarrangementer og arbejdsplader i USA.»
Hyperoniemen
- coronavirus zn
- udbredelse zn
Hyponiemen
- corona zn
- coronavirus zn
- COVID-19 zn
- pandemi zn
- undersøgelse zn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.