couscous

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  couscous    (hulp, bestand)
  • IPA: /kusˈkus/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • cous·cous
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord couscous -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decouscousv/m

  1. (voeding) Noord-Afrikaans gerecht met deegwaar van kleine korrels gemaakt van tarwe of gierst geserveerd met vlees of groente
    • Een orthodox-joodse familie zat couscous te eten en te kletsen met hun Arabische buren. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord couscous staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
couscous couscouses

Zelfstandig naamwoord

couscous

  1. (voeding) couscous

Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  couscous     le couscous          

Zelfstandig naamwoord

couscous m

  1. (voeding) couscous
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.