crossfiets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crossfiets    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cross·fiets
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord crossfiets crossfietsen
verkleinwoord crossfietsje crossfietsjes

Zelfstandig naamwoord

decrossfietsv/m

  1. stevige fiets met kleine wielen, om wild mee te rijden en allerlei goocheltoeren mee uit te halen

Gangbaarheid

  • Het woord crossfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.