dagbedrag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dagbedrag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dag·be·drag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dag zn en bedrag zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | dagbedrag | dagbedragen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het dagbedrag o
- hoeveelheid geld die iemand per dag ontvangt als uitkering bij een verzekering
- ▸ Het maximaal te verzekeren dagbedrag aan 80% van het gemiddelde inkomen over de afgelopen drie jaar verminderd met 70% van het wettelijk minimumloon.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'dagbedrag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dagbedrag" herkend door:
| 72 % | van de Nederlanders; |
| 77 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron reaal“Onderhoudsregeling”, Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.