dagboog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagboog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·boog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagboog dagbogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedagboogm

  1. (astronomie) een boog die een hemellichaam tijdens zijn schijnbare beweging langs de hemel beschrijft

Gangbaarheid

  • Het woord dagboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.