daghandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  daghandelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord daghandelaar daghandelaren
daghandelaars
verkleinwoord daghandelaartje daghandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

dedaghandelaarm

  1. (beroep) aandelenhandelaar die op het eind van de handelsdag alle effecten weer verkocht heeft
    • Hoewel veel daghandelaren verlies maken hoor vooral veel succesverhalen. 
Synoniemen

    Gangbaarheid

    • Het woord daghandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.