dagschema

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagschema    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·sche·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagschema dagschema's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdagschemao

  1. het programma van alle dingen die men op een dag van plan is te doen
     Ik heb al moeite genoeg om mijn eigen dagschema te volgen.[1]
     Rafael Nadal is niet te spreken over de manier waarop de organisatie van Roland Garros het dagschema in elkaar heeft gezet.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dagschema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Weblink bron “Boze Nadal: schema een grap” (31-05-2013), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.