databus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  databus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • da·ta·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord databus databussen
verkleinwoord databusje databusjes

Zelfstandig naamwoord

dedatabusv/m

  1. (informatica) (elektronica) een bus (= groot aantal lijnen) die het transport van digitale data verzorgt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'databus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
72 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.