denkvorm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: denkvorm (hulp, bestand)
Woordafbreking
- denk·vorm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van denken ww en vorm zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | denkvorm | denkvormen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de denkvorm m
- manier waarop iemand denkt
- „Via mijn pen doe ik aan zelfreflectie. Ik heb mij de narratieve manier van denken eigengemaakt. Het is een trage denkvorm. (Dimitri Verhulst) [2]
- de uiterlijke kenmerken van een denkend mens
- Een heel fraaie vorm van denken is ook de variant op de bungelende sigaret: het ene oog half dicht, de mond wat scheef, maar de sigaret in de mond wordt met de hand vast gehouden. Bogart is ook in deze denkvorm een meester, zeker wanneer hij de andere hand nonchalant in de broekzak houdt. [3]
Gangbaarheid
- Het woord denkvorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "denkvorm" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Anne Dohmen 18 mei 2013
- ↑ Volkskrant Kees Fens 12 mei 2005
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.