dependance

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dependance    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·pen·dan·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Franse dépendance, in de betekenis van ‘bijgebouw’ voor het eerst aangetroffen in 1929 [1]
  • uit het Frans (met het achtervoegsel -ance)
enkelvoud meervoud
naamwoord dependance dependances
verkleinwoord dependanceje dependancejes

Zelfstandig naamwoord

dedependancev/m

  1. (bouwkunde) een gebouw of complex van gebouwen, dat organisatorisch bij een ander gebouw hoort en op enige afstand op een andere locatie is gesitueerd
    • Het ziekenhuis heeft een dependance in een ander deel van de stad. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dependance staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.