destructor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  destructor    (hulp, bestand)
  • IPA: /dɛsˈtrʏktɔr/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • des·truc·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord destructor destructors
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedestructorm

  1. (veeteelt) installatie die kadavers verbrandt of er diermeel en vet uit maakt
     Kuikens met open buikjes, lamme pootjes of van onvoldragen groei verdwijnen, samen met de eierschalen, tussen de scherpe messen van de destructor.[2]
  2. (informatica) in objectgeoriënteerde programmeertalen een laatste reeks instructies die altijd wordt uitgevoerd vlak voordat het object waar zij bijhoort uit het geheugen kan worden verwijderd
     De tegenhanger van de constructor is de destructor die uitgevoerd wordt wanneer het object wordt vernietigd.[3]
Hyponiemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord destructor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Gerard van Westerloo
    “De kippenmoord” (2 december 2006) op nrc.nl
  3. Weblink bron
    Marco Kurvers
    Methoden (OOP), HCC, Haarlem in: Nieuwsbrief HCC Basic gebruikersgroep, jrg. 15 nr. 4 (december 2008), p. 9

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • des·truc·tor
enkelvoud meervoud
destructor destructores

Zelfstandig naamwoord

destructor m

  1. (scheepvaart) torpedojager, duikbootjager
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
mannelijk destructor destructores
vrouwelijk destructora destructoras

Bijvoeglijk naamwoord

destructor

  1. vernietigend, verwoestend, destructief
Synoniemen
  • [1] aniquilador
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.