detailhandelconcern

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  detailhandelconcern    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·tail·han·del·con·cern
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord detailhandelconcern detailhandelconcerns
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdetailhandelconcerno

  1. bedrijf dat uit verschillende onderdelen bestaat en producten verkoopt aan eindgebruikers
     De winkels van E-Plaza, onderdeel van detailhandelconcern Blokker, gaan dicht. In de winkels werden computerspelletjes verkocht.[1]
     ZAANDAM - De aandeelhoudersvergadering van Ahold Delhaize gaat op 8 april door als gepland, ondanks de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Dat laat het detailhandelconcern weten in een bericht aan aandeelhouders. Die krijgen alleen niet, zoals andere jaren, een lunch als de vergadering voorbij is.[2]


Schrijfwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord 'detailhandelconcern' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Blokker sluit winkels E-Plaza” (Dinsdag 18 september 2012, 14:04), NOS
  2. Weblink bron “Ahold schrapt lunch bij aandeelhoudersvergadering” (11 mrt. 2020), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.