diabeet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diabeet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·beet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diabeet diabeten
verkleinwoord diabeetje diabeetjes

Zelfstandig naamwoord

diabeet

  1. (medisch) iemand die diabetes heeft
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord diabeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord diabeet diabete

Zelfstandig naamwoord

diabeet

  1. diabeet
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.