diabetespatiënt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diabetespatiënt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·a·be·tes·pa·ti·ent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diabetespatiënt diabetespatiënten
verkleinwoord diabetespatiëntje diabetespatiëntjes

Zelfstandig naamwoord

diabetespatiënt

  1. (medisch) iemand die diabetes heeft
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: diabeticus   

Gangbaarheid

  • Het woord diabetespatiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.