dierenbeul

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dierenbeul    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdirə(n)ˌbøl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • die·ren·beul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenbeul dierenbeulen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedierenbeulm

  1. iemand die dieren met opzet kwelt

Gangbaarheid

  • Het woord dierenbeul staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.