dierverzorger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dierverzorger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dier·ver·zor·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dierverzorger dierverzorgers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedierverzorgerm

  1. (beroep) persoon die zorgt voor het welzijn van dieren die in gevangenschap leven
     Het overlijden van chimpansee Mike uit Dierenpark Amersfoort, die gisteren werd doodgeschoten, heeft veel losgemaakt. Niet alleen bij bezoekers en dierverzorgers van het park, maar ook bij Conny Vink. De 75-jarige zangeres trad in 1969 enkele keren op met Mike en kreeg een band met het dier.[1]
     Dierverzorger: 'Coronavirus bij tijger Nadia was een verrassing'[2]


Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dierverzorger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Overlijden chimpansee betreurd: 'Mijn Mike, mijn aap is dood'” (Woensdag 4 november 2020, 11:04), NOS
  2. Weblink bron “Dierverzorger: 'Coronavirus bij tijger Nadia was een verrassing'” (Maandag 6 april 2020, 09:04), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.