dijkwachter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dijkwachter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɛikwɑxtər/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dijk·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dijkwachter dijkwachters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdijkwachtero

  1. (waterbeheer) persoon die zich, vaak als vrijwilliger, in tijd van gevaar op de dijk bevindt om gevaarlijke situaties te rapporteren
    • De dijkwachter meldde dat er door de golven een gat in de steenbekleding van de dijk was geslagen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dijkwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.