dijstuk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dijstuk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dij·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dijstuk dijstukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdijstuko

  1. kippenpoot met de dij
    • Zorg in ieder geval voor gelijke stukken. Poten, of dijstukken. Liefst met bot. Niet wassen maar wel insmeren met olie, zout en peper. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord dijstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.