dinertijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dinertijd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·ner·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van diner zn en tijd zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dinertijd | dinertijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dinertijd m
- het tijdstip dat men de avondmaaltijd gebruikt
- ▸ Op lunch- en dinertijd is, logisch, de klandizie het grootst. Elke kastransactie staat voor 1,9 bezoeker, zegt Holtkamp. De goed aangegeven afruimband voor de vuile vaat wordt in het weekend het trouwst gebruikt. Zakenlieden weten die faciliteit ten gerieve van het personeel doorgaans minder te vinden. Echt vervelend vindt de bedrijfsleiding dat niet: „Een zakelijke klant zet vaak flink om. Dan doen wij over het afruimen niet moeilijk.”[1]
- ▸ Op basis van de verzamelde data blijkt verder dat de meldingen vaak te maken hebben met koken. Zo is er rond lunch- en dinertijd een duidelijke stijging te zien.[2]
Verwante begrippen
- lunchtijd, ontbijttijd, koffietijd, theetijd
Gangbaarheid
- Het woord 'dinertijd' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Niek Sterk“Bij La Place heeft de kok weinig geheimen” (09-07-2003), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Brandweer heeft het druk door automatisch alarm” (29-12-2014), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.