lunchtijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lunchtijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lunch·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lunchtijd lunchtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

delunchtijdm

  1. het periode van de dag dat men gewoonlijk de middagmaaltijd gebruikt
    • De te hardwerkende docent gebruikt de lunchtijd om kopieën te maken voor de leerlingen. Terwijl het beter voor haar was om rustig te gaan eten. 
     Dit was het moeilijke moment, dat was altijd zo. Nu moest hij zeggen dat de dienst hem helaas riep en dat hij rond lunchtijd al opgehaald zou worden met een geheim transport. Maar dat ze elkaar altijd konden schrijven, dat de oorlog niet eeuwig duurde en dat hij haar onmogelijk zou kunnen vergeten. Ze was natuurlijk wanhopig en vond dat hij haar erin had geluisd.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord lunchtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.