doelpaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doelpaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doel·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelpaal doelpalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedoelpaalm

  1. (sport) paal die een doel begrenst
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doelpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.