domeinland

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  domeinland    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·mein·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord domeinland domeinlanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdomeinlando

  1. grond dat in bezit is van de staat of de heerser
     In het hofstelsel werd dit hofland of domeinland niet uitgegeven, maar hoorde bij een curtis, wik, of predium, een centrale hof, dat door een villicus, een hofmeier namens de koning, werd beheerd.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord domeinland staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Koningsgoed” (geraardpleegd 8 maart 2021), Wikipedia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.