dommerik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dommerik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dom·me·rik
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van dom met het achtervoegsel -erik
enkelvoud meervoud
naamwoord dommerik dommeriken
verkleinwoord dommerikje dommerikjes

Zelfstandig naamwoord

dedommerikm

  1. iemand die niet erg slim is
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord dommerik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.