doodkloppertje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doodkloppertje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dood·klop·per·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doodkloppertje doodkloppertjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetdoodkloppertjeo

  1. Anobium punctatum  gewone houtwormkever
     Mevrouw Ford zei altijd dat de houtwurm en het doodkloppertje het huis afgebroken zouden hebben - en gauw ook - als zij niet op tijd in de familie was gekomen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'doodkloppertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.