doodsbeenderenboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doodsbeenderenboom    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • doods·been·de·ren·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doodsbeenderenboom doodsbeenderenbomen
verkleinwoord doodsbeenderenboompje doodsbeenderenboompjes

Zelfstandig naamwoord

dedoodsbeenderenboomm

  1. (bloemplanten) Gymnocladus dioicus  een loofboom die inheems is in de Amerikaanse middenwesten en een strook daarbuiten, aan de zuid- en oostkant. De noordkant van zijn verspreidingsgebied raakt net aan de Grote Meren. Hij komt niet van nature in Nederland voor. Hij floreert alleen in draslanden met zoet water en men vermoedt dat hij dat water nodig heeft om zijn zaden na rotting te laten ontkiemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'doodsbeenderenboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.