doorloper

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorloper    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorloper doorlopers
verkleinwoord doorlopertje doorlopertjes

Zelfstandig naamwoord

dedoorloperm

  1. een type schaats.
  2. (spel) een type puzzel waar woorden achtereenvolgens doorlopen, zonder zwarte/onderbrekende vakjes.
  3. iemand die doorloopt
  4. een postzegel waarbij de afbeelding doorloopt naar een naburige zegel

Gangbaarheid

  • Het woord doorloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.