dophoed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dophoed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dop·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dophoed dophoeden
verkleinwoord dophoedje dophoedjes

Zelfstandig naamwoord

dedophoedm

  1. (hoofddeksel) klein bol hoedje voor dames
    • De beste foto was er eentje van heel dichtbij, met haar gezicht naar de camera, warme ogen en een mooie mond, glimlachend vanonder de rand van een vilten dophoedje. 

Gangbaarheid

  • Het woord dophoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.