drankzucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  drankzucht    (hulp, bestand)
  • IPA: drɑŋkzʏxt/
Woordafbreking
  • drank·zucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drankzucht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedrankzuchtv/m

  1. (medisch) een ziekelijk verlangen naar alcoholische dranken
    • Zijn drankzucht heeft hem te gronde gericht. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord drankzucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.