dressoir
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dressoir (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dres·soir
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘buffet [1]’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dressoir | dressoirs |
verkleinwoord | dressoirtje | dressoirtjes |
Zelfstandig naamwoord
het dressoir m of o [3]
- (huishouden), lage brede kast [1], meestal met lades, die doorgaans in de woonkamer tegen de muur wordt geplaatst
- In Rotterdam hadden volwassen mannen hun Feyenoord-onderbroek aangetrokken, het kaarsje vlak voor het clubvlaggetje op het dressoir brandde. En de fan met kampioenstattoo wreef nog maar eens over zijn bewerkte huid. Alle kleine beetjes helpen.[4]
- Het decor is tot in de puntjes verzorgd in de stijl van stomme films, uit de jaren twintig. Een antieke kamer, met dressoir, bureau, schouw, schilderijen, sigarendoosjes, karaffen, enzovoort. Zo'n verhalende omlijsting tref je niet vaak bij het moderne circustheater, waarin het meestal gaat om extreem getrainde technieken in een rauwe, robuuste omgeving. Bij The Elephant in the Room van Cirque Le Roux spelen plot en theatrale inleving bijna net zo'n grote rol als de hand-to-hand-acrobatiek en slapstickcomedy. Al weten ze aan het slot toch een immense Chinese paal het aristocratische decor in te smokkelen, waarlangs de acrobaten omhoog klimmen. En afvallen.[5]
Synoniemen
- dressoor, dientafel, buffet, aanrechtkast, buffetkast
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dressoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dressoir" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dressoir" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dressoir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Wilfried de Jong 2 april 2017
- ↑ Volkskrant Annette Embrechts 2 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- Geluid:
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van dresser met het achtervoegsel -oir
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
dressoir | le dressoir | dressoirs | les dressoirs |
Zelfstandig naamwoord
dressoir m
- (huishouden) buffet [1], buffetkast, dressoir
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.