aanrechtkast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanrechtkast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·recht·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanrechtkast aanrechtkasten
verkleinwoord aanrechtkastje aanrechtkastjes

Zelfstandig naamwoord

deaanrechtkastv/m

  1. (meubel) keukenkastje onder het werkblad van de aanrecht in de keuken
     'Wat heb ik verdomme fout gedaan?' Met een fiks gekletter belandden twee kopjes op de schoteltjes; het aanrechtkastje viel met een klap dicht.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aanrechtkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.