dubbellezer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbellezer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dub·bel·le·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbellezer dubbellezers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedubbellezerm

  1. iemand die twee kranten leest
  2. iemand die zowel de papieren als de digitale vorm van een krant leest
     Websites van dagbladen hebben een nieuwe doelgroep opgeleverd: de dubbellezers. Lezers die én de krant én de website van het dagblad frequent bezoeken. Hoewel ze de site actueler vinden, blijven ze enthousiaster over de vertrouwde papieren krant. Dat blijkt uit onderzoek van TNS Nipo/Veldkamp[1]

Gangbaarheid

  • Het woord dubbellezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “'Dubbellezers' zijn enthousiaster over papieren krant dan over dagbladsite” (21 september 2007, 00:00), De Morgen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.