duikplank

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duikplank    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdœykplɑŋk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • duik·plank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duikplank duikplanken
verkleinwoord duikplankje duikplankjes

Zelfstandig naamwoord

deduikplankv/m

  1. springplank in een zwembad om vanaf te duiken.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord duikplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.