dul

Nederlands

Uitspraak

Geluid: dul (hulp, bestand)

Woordafbreking

dul

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dul	dullen
verkleinwoord	dulletje	dulletjes

Zelfstandig naamwoord

de dul v / m

knop op een vlaggenstok
- Op de dul zit een meeuw.

Synoniemen

kloot, knop, mastknop, vlaggenstokknop

Verwante begrippen

kerstboompiek, kop, piek, piron, toppunt

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	dul	duller
verbogen	dulle	dullere

Bijvoeglijk naamwoord

dul

(verouderd) dwaas, zot
(verouderd) razend, woest
- Ziet, gonder, die dulle schapen vlieden en die dullere herderen bachten! ^[1].

Synoniemen

[1] dol
[2] amok

Vertalingen

1. knop op vlaggenstok

Duits: Fahnenstangenspitze ^(de) v, Fahnenspitze ^(de) v
Engels: flagpole finial ^(en)

Frans: tête de hampe ^(fr) v

Gangbaarheid

Het woord 'dul' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

↑ “Het zwevende schaakbord”, Louis Couperus

Turks

Zelfstandig naamwoord

dul

weduwnaar, weduwe

West-Vlaams

Bijvoeglijk naamwoord

dul

boos, kwaad

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.